Dertig jaar na de BSE crisis is er weer meer mogelijk met dierlijke bijproducten in diervoeding

De diervoedersector wordt steeds groener en meer circulair. Daardoor komen er ook steeds vaker dierlijke bijproducten in de keten. Zo worden reststromen uit de levensmiddelenindustrie verwerkt in varkensvoeders en worden insecten gekweekt die aan kippen worden gevoerd. Door affaires in de diervoederindustrie naar aanleiding van dierlijke bijproducten in de keten, is er een hoop wet- en regelgeving rondom deze producten. Toch is er een hoop mogelijk. Waar moet u rekening mee houden?

Dierlijke bijproducten zijn producten van dierlijke oorsprong die niet (meer) bestemd zijn voor menselijke consumptie. Denk bijvoorbeeld aan vlees, insectenmeel of visolie. Het kan aantrekkelijk zijn om bepaalde dierlijke bijproducten in diervoeding te gebruiken, omdat zij bijvoorbeeld een hoog eiwitgehalte of een goede verteerbaarheid hebben. Daarnaast kan de diervoedersector reststromen uit andere sectoren gebruiken voor een hoogwaardig doel en binnen de voedselketen houden. Hierdoor dragen dierlijke bijproducten bij aan een duurzame industrie.

 

Wetgeving en normen

De dierlijke bijproducten verordening is, net zoals alle wetgeving, aan wijzigingen onderhevig. Zo zijn recentelijke de etiketteringseisen voor rauw voeder voor gezelschapsdieren gewijzigd. Als u hiermee werkt, is het dus noodzaak om te controleren of uw etikettering nog op orde is.

De ‘BSE-verordening (999/2001)’ mag ook niet vergeten worden, omdat hier eisen in staan voor het voeren van dierlijke eiwitten aan landbouwhuisdieren. Zo is het niet toegestaan is om verwerkte dierlijke eiwitten te voeren aan herkauwers. Deze wetgeving bevat ook verplichte aanvullende zinnen voor op het etiket.

 

Dierlijke bijproducten in diervoeding

Dierlijke bijproducten worden ingedeeld in drie categorieën: Cat 1, Cat 2 en Cat 3. Alleen bepaalde dierlijke bijproducten die onder Categorie 3 vallen (‘Niet geschikt voor menselijke consumptie’) zijn geschikt om als diervoeder te gebruiken. Categorie 2 bevat producten die niet geschikt zijn voor dierlijke consumptie (zoals mest) en Categorie 1 zijn de producten die enkel geschikt zijn voor vernietiging (zoals kadavers). De wet- en regelgeving over dierlijke bijproducten is erg complex, daardoor zijn er veel uitzonderingen te maken op deze globale indeling. U kunt dierlijke bijproducten herkennen door de vermelding van de Categorie op het etiket of het handelsdocument. Hierop staat dan: ‘Categorie 3 materiaal – Niet geschikt voor menselijke consumptie’.

De NVWA houdt toezicht op iedere schakel in de diervoederketen die werkt met dierlijke bijproducten. U heeft een registratie of erkenning nodig als u dierlijke bijproducten verhandelt, hanteert, opslaat of transporteert, of diervoeding produceert met dierlijke bijproducten. Bij aankoop moet u goed controleren dat alle informatie op het handelsdocument aanwezig is. Bijvoorbeeld, als u de dierlijke bijproducten laat transporteren, dan mag dit alleen bij een transporteur die geregistreerd is bij de NVWA.

 

Opheffing feedban

Voorzichtig wordt er wel onderzocht of er meer mogelijk is op het gebied van dierlijke bijproducten in diervoeders. Zo mogen insecten op dit moment verwerkt worden in visvoer. Binnenkort buigt het Europese Parlement zich over de vraag of dierlijke bijproducten van pluimvee verwerkt mogen worden in varkensvoeders en of bijproducten van varkens verwerkt mogen worden in pluimveevoeders.

Samenvattend: dierlijke bijproducten kunnen dus een mooie toevoeging zijn aan diervoeding. Een toevoeging die volop in ontwikkeling is. De wetgeving is echter complex, maar daar kunnen wij u zeker mee helpen. Neem gerust contact op en wij helpen u graag verder!

Blijf op de hoogte